maandag 23 juli 2012

Elfsteden non stop in een twee persoons kajak


Elk jaar organiseert kano vereniging “Onder de Wadden” deze tocht. Dit jaar wordt hij op 2 en 3 september gehouden. Je bent dan verplicht om met tweetallen te varen en een volg auto met een support team te regelen. Carel en ik willen de tocht graag in de tweepersoonskajak afleggen de Sea AleutII van Valley. Je hoeft nooit op elkaar te wachten en je hebt geen last van een sterke en een zwakke partij. Dus besluiten we hem gewoon “wild” te doen. En omdat we het milieu vriendelijk willen doen, gaan we self supporting. De snelste tijd is 23 uur en 18 minuten voor de race freaks. Van een ander jaar vinden we een tijdschema van de deelnemers. Daar doet de langzaamste het in 32 uur. Omdat we alles alleen moeten doen en een zware boot hebben nemen we de tijd nog ruimer en maken een schema op 36 uur.



Donderdagavond haalt Carel me op. Thuis heeft Dineke een grote pan spaghetti, genoeg voor een groot gezin, gemaakt. Kajakken is zwaar werk dus we proppen ons lekker vol.  Na een goede nacht bij Carel in Sneek starten we op vrijdag 20 juli ‘s ochtends om half zeven ons “rondje”. Om kwart voor zeven bereiken we het startpunt, de Waterpoort in Sneek. De eerste kilometers peddelen zijn het makkelijkst maar mentaal het zwaarste. Je moet het nog 200 km volhouden tenslotte. Normaal ga je twee of drie uur peddelen en kom je kapot thuis. Nu moet je het 36 uur vol zien te houden. Carel stimuleert me erg om niet meteen los te gaan: “Nee Marcel, niet hard accelereren, trek de boot langzaam op gang!” en “Je moet maar denken dat de benzine tank vol is en dat je zover mogelijk kilometers moet halen met die ene tank.” en “Op hoeveel procent zit je nu?”

ingang Slotermeer: We zijn er bijna, we zijn er bijna...

Slotermeer

We besluiten dat we op 30% van ons vermogen varen, en dat voelt heel prettig. Toch varen we nu gemakkelijk 8 km per uur. We genieten van de tocht en de eerste 18 km naar Sloten gaan als een trein. Het heeft dagen geregend en het is veel te koud voor de tijd van het jaar. Voor het Slotermeer trek ik de regenjas aan en dat is geen overbodige luxe. Er staat een pittig windje waardoor de golven aardig op lopen. Na Sloten wordt de boot gekeerd en koersen we richting Balk. In de GPS heb ik de route vastgelegd en Carel navigeert op kaart en kompas dus we hebben steeds een dubbele check. Ik vaar met de Epic SMWFC (small mid wing full carbon) peddel. Carel met de Camano van Werner ook een full carbon peddel. Dit is de eerste keer dat ik de Epic peddel gebruik. Hiervoor heb ik met de Knysna Racing gevaren. Deze heeft een groter blad. Voor een lange tocht houd ik van een kleine peddel omdat hij minder weerstand heeft. Iets minder snel zijn, neem ik dan voor lief.


Na het Slotermeer hebben we onze eerste break verdiend. We stoppen en eten en drinken wat. Als we weer varen komen we tot de conclusie dat we korter en krachtiger moeten stoppen. Met het varen kun je nauwelijks tijdwinst boeken, maar met het stoppen verlies je heel veel tijd. De Luts is een prachtig stuk om te varen maar er staat te weinig water waardoor de boot zich vast zuigt en de snelheid daalt.





De Luts na Balk

Dan De Morra en op weg naar de Galamadammen.We hebben steeds de herinneringen aan de Elfstedentocht op de schaats die we beide in de winter hebben geschaatst. Midden op de Morra zeggen we: “hier stond het bordje naar Woudsend.” Die uitgestrekte ijsvlakte lijkt nu heel onwerkelijk.
Stavoren




In Stavoren hebben we onze tweede stop. We liggen midden in de haven tussen de “strijkijzers” en het is een drukte van belang. Boten komen en gaan of liggen voor de brug te wachten. We slaan rechtsaf naar Hindelopen en moeten onder een laag bruggetje door. Op toverslag zijn we in de stilte beland. Hier komt niemand meer. Er volgt een prachtige route langs de dijk en we genieten van de Hollandse plaatjes met luchten, water en weiland. Onderweg worden we aangemoedigd door ons vrouwelijke fans. Volgens Carel “De schijtende pers….” Gelukkig geen boe geroep.




De "schijtende pers"

Hindelopen

Van te voren heb ik al contact gehad met de pizzeria Ponte Vechio in Bolsward. We hebben afgesproken dat ik een uur van te voren bel en dat dan ons warm eten klaar staat. In Parrega bel ik met ze en we spreken half zeven af. Twintig over zes zijn we in Bolsward en even over half zeven zijn we bij de pizzeria. We worden ontvangen door een dame met twee prachtige pizza’s in elke hand “Frute di Mare”. We worden naar een tafel gebracht en de andere gasten weten niet wat ze zien. “Dat is snel! Wij wachten al veel langer…”. “Tsja”, zeg ik “Eén telefoontje en het is geregeld!” De pizza’s zijn een smulfeest: mosselen, garnalen, inktvis, krab en dat alles in heerlijk gesmolten kaas en dat weer op een heerlijke bodem. De maaltijd is echt efficiënt bestede tijd want de nacht is nog lang en dan kan zo’n “bodem” wel helpen…

Bolsward

Op weg naar Harlingen zien we de zon prachtig ondergaan en we genieten van het buiten zijn en van de lange dag. In Harlingen maken we een korte plas stop en dan zetten we de lichten op de boot. Ik heb een schijnwerper op mijn hoofd en Carel heeft boven op zijn pet het deklicht. Zo zijn we goed zichtbaar. Langzaam glijden we de nacht in. Eerst gaan de sterren langzaam aan en gaat de wind liggen. De wolken trekken op en mijn hoofdlamp gaat uit. We kunnen het prima zien zonder licht. Dan het tweede stadium, nu is het écht donker. Sterrennevels worden zichtbaar en de sterrenhemel hangt majestueus boven ons te blinken. Op een gegeven moment vraag ik aan Carel of hij in slaap valt want we slingeren wel erg over de sloot. “Nee”, zegt hij “ik zit naar de sterren te kijken.” Hij ontdekt Cassiopeia en de Noorderkroon.





Langs Berlikum zitten duizenden spreeuwen in de bomen langs de vaart. De hele vaart ruikt naar vogelpoep. Als ze ons in de gaten krijgen beginnen ze luid te kwetteren. Carel klapt in zijn handen en duizenden vogels vliegen op. Een fantastische aanzwellend geluid van duizenden vleugels met een golf van lawaai en dat alles zonder dat je wat ziet, echt kippenvel zo mooi!

Wolken schuiven nu voor de sterren en het weinige zicht van de sterren valt nu weg. Op een gegeven moment klik ik mijn licht aan. We stuiven recht op de kant af en Carel weet door hard roer naar links te geven een botsing te vermijden. Wel komen we zo in een doodlopende sloot terecht en moeten we in de achteruit. Oef, dit ging maar net goed! Dit is de eerste en de laatste keer dat we mis gaan.

Om twee uur ’s nachts zijn we bij de sluis boven Berlikum. We moeten de loodzware boot overdragen en dat valt niet mee. Bovendien is de nieuwe sluis uitgevoerd in ruw hard beton en dan is het heel moeilijk om de boot onbeschadigd uit het water te krijgen. De boot is veel te zwaar en moet eerst leeg voordat we hem kunnen vervoeren. Tegen slaap kun je niet vechten, vechten tegen slaap kost energie en die heb je niet meer dus die strijd verlies je altijd. We besluiten om hier dan maar een paar uur slaap te pakken. Bovendien houden we nu een soort van dag en nacht ritme vast. Carel zet de tent op en dan zet ik de wekker. We slapen precies drie uur en dan is het al weer ochtend en komt de zon op.





Snel pakken we alles in en we gaan weer op weg. Het is heel raar maar beiden worden we helder en uitgerust wakker. Beiden hebben we geen spierpijn of andere belemmeringen. Zodra we in de boot zitten gaat het meteen al weer lekker. We genieten van de ochtend en het prachtige licht. De Blikvaart zuigt wel weer ontzettend, dus echt hard gaan we niet maar dat kan de pret niet drukken. 

In Oude Leye is bij de sluis aan de linker kant een houten walbeschoeiing. Daar is het een beetje gemakkelijker om de kano over te zetten. We trekken/schuiven hem gewoon door het hoge gras heen. Deze keer kost het ons maar twintig minuten voordat we weer in de boot zitten. We komen tot de slotsom dat een grote boot een groot voordeel is maar dat je hem niet beslist propvol moet laden. Ik woon in Burdaard en we besluiten het overtollige gewicht te lozen. Op de heenweg maken we een korte stop op de terugweg gaan we warm eten. Zo gezegd zo gedaan. Acht thermoskannen met water. Slaapspullen voor twee personen, een tent en twee tassen vol met boodschappen, alles gaat eruit. Zo, en dat lucht op. Meteen gaan we bijna tien kilometer per uur. We weten niet wat ons overkomt. Tot we keren in Dokkum. Door alle regen is het waterpijl flink gestegen en zijn ze flink aan het spuien. Ze spuien met 0,4 meter per seconden. Dus dat betekent dat we bijna 1,5 km stroom tegen hebben. De terugweg is zwaar, lang en moeizaam. Tegen de stroom in roeien valt niet mee…

Dokkum

 Dineke fietst ons tegemoet en nu hebben we een echte fan op de route! Daarna fietst ze naar huis om voor ons eten warm te maken. Opnieuw eten we stevig en haasten ons naar de boot. De pauzes nemen, gek genoeg, meer energie dan het varen. We zeggen steeds “In de boot kunnen we uitrusten.” Met een volle buik en stroom tegen en een zon die steeds feller gaat branden hebben we moeite om wakker te blijven. Het plons plons, plons plons werkt hypnotiserend op Carel en hij valt een aantal keren bijna in slaap.

Harmonie Leeuwarden. Let op de kajak in het raam...
 We zijn blij als we eindelijk in Leeuwarden aankomen. Nu raken we de stroom tegen kwijt. We moeten nog wel om de stad heen en dan kunnen we op weg naar Sneek. Als we het precies in 36 uur willen doen dan moeten we om kwart voor zeven terug zijn in Sneek. In het begin roeien we er tegen aan en lijkt het te lukken. Maar Sneek is gewoon te ver weg om het tempo vol te houden. We zakken in en gaan steeds langzamer.

Een aantal keer zie ik dingen die er niet zijn. In de wolken denk ik iconen te herkennen van mijn computer scherm. En even later denk ik “He?, waarom hangt onze bokszak hier?” Dat blijkt een ronde wolk te zijn in de vorm van een bokszak. Oke, ik ben dus best wel een beetje moe. Het rare is, dat ook val je bijna in slaap, je peddelt gewoon door. Alleen is de slag niet meer zo krachtig en effectief.

Sneek is echt ver, ver weg en het gaat steeds moeizamer. We zeggen tegen ons zelf dat niet Sneek maar Sloten het eindpunt is. We moeten dus nog even door. Dat geeft weer de spirit om door te gaan. Om zeven uur komen we aan in Sneek en nemen we de laatste stempel in ontvangst door een foto te maken van de Waterpoort.



We zijn super blij en trots en varen naar Carel zijn huis. Pieke, zijn vriendin wacht ons op en haalt ons feestelijk binnen. Ik neem de vouwfiets mee en fiets naar het station. Dan vanaf Leeuwarden op de fiets naar huis. In een uur ben ik weer thuis. Dit is de afstand waar we bijna een halve dag over hebben gedaan in de kajak. In de kajak is Friesland veel groter. Carel bedankt! Het was een waanzinnig avontuur en ik had nooit gedacht dat we het zouden halen!!



Geen opmerkingen:

Een reactie posten